top of page
Writer's pictureJoost Baars

Dagsluiting #1: O kraai

o kraai, wat doe je in mijn binnenplaats?

je kwam er in je eentje zomaar


aanvliegen, streek neer op

een boom en stootte daar


je kreten uit: kaa! kaa! kaa!

zie je dan niet


waarvan je vehikel bent,

zo diep in mijn cultuurgenoom


verankerd, dat het mijn ratio omzeilt

en in mijn lichaam haakt


dat ik hier na het ziekenhuis-

bezoek te ruste heb gelegd.


ik wil jou niet in mijn betekenis-

geneigde brein, dat moet geloven


dat ze thuiskomt, dat ze


net zo onsymbolisch blijft

als jij voor mij moet zijn.


- Joost Baars, uit: Binnenplaats (Van Oorschot, 2017)



Ik schreef dit gedicht op mijn balkon, precies vijf jaar geleden, terwijl mijn vrouw in het ziekenhuis herstelde van een hartaanval en het onzeker was of ze dat werkelijk zou doen. De laatste dagen heb ik het gevoel weer in die film terug te zijn, maar erger. Destijds dreigde onze wereld in te storten en dat was erg genoeg. Nu is dat weer zo - mijn lief hoort tot de risicogroepen, wat betekent dat ze meer kans heeft op een zwaarder effect van corona, én dat het afschuwelijke gesprek over 'pijnlijke keuzes maken' als het gaat om IC-bedden voor ons een gruwelijk reëel beeld oproept - maar door mijn huidige angst bemerk ik iets dat ik me nooit gerealiseerd heb: hoe troostrijk het destijds was dat de rest van de wereld gewoon doorging.


Dat ik veel aan het gedicht denk dezer dagen, ligt denk ik ook aan waar het over gaat: dat je existentiële situatie je blik kleurt en de wereld op die manier tot een verhaal maakt dat over jou gaat. Er gaat een kraai op een boomtak zitten en roept: 'kaa! kaa! kaa!'. Dat is niks. Maar toch kun je er in die situatie, die ik hierboven beschreven, bijna onmogelijk geen teken in zien. Dat heb ik nu precies zo. Voortdurend speur ik mijn lichaam af naar tekenen van corona. Snotje? Kuchje? Ongemakje in de longen? Het komt, het gaat, het is echt bijna niets, tot helemaal niets, maar ik ben er de hele tijd mee bezig. Boodschappen doen is als meespelen in een dystopische science fiction-film. Maar echt. Alsof je je doorheen een giftige wolk naar een winkel vol besmettelijke zombies begeeft.


Ik twitter. Ik vind het een moeilijk medium, omdat het niet altijd het beste in me naar boven haalt. Op twitter wordt je angst zo snel een opinie, zoals je angst op het balkon een kraai wordt. De kraai die er is wordt de kraai die je zou bedenken als je het verhaal zou schrijven waarin je op dat moment de hoofdrol speelt. Ik heb vragen gesteld over de strategie van de 'groepsimmuniteit', terechte vragen denk ik maar aan wie stel ik ze eigenlijk? Stel ik ze omdat de wereld die vragen uit mijn mond nodig heeft? Nee, ik stel ze omdat ze de uiting zijn van mijn angst. Dat ik mijn lief kwijtraak.


Een vers uit het evangelie van Thomas gaat ongeveer als volgt. Als je voortbrengt wat er in je zit, zal wat er in je zit je redden. Als je niet voortbrengt wat in je zit, zal wat er in je zit je doden. Ik zou zeggen dat de angst die een kraai wordt, de angst die zich vermomt als opinie in een politiek debat, iets is dat in je zit dat je niet voortbrengt. Als de kraai gewoon een kraai is, stelt het gedicht, kan de geliefde lichamelijk zijn. Toch kan ze juist als lichaam sterven.


Wat is dan voortbrengen wat in me zit? Dat ik zeg dat ik bang ben, denk ik. Gewoon dat zeg. Dat mijn angst, bevrijd van opinie, bevrijd van de gedaantes waarin ik haar breng, politiek kan worden. Zélf politiek kan worden, zonder dat ík haar dat hoef te maken.


Daarom dit gedicht. Een gedicht als een boze herinnering die terug is. En die tegelijk herinnering moet blijven. Alsof het gedicht de kraai is geworden.


Zo beweegt een gedicht zich door de tijd, en eet het in dit geval zichzelf op. Ik weet niet goed hoe dit stukje te eindigen, maar misschien klopt dat ook wel weer: ik wil morgen weer zo'n stukje schrijven, ik wil elke dag zo'n stukje schrijven, steeds over een gedicht dat meestal niet van mijzelf zal zijn. Zodat ik houvast heb in deze dagen.


En 'deze dagen' hebben geen voorzienbaar einde.


Daar houd ik me aan vast.

261 views0 comments

コメント


bottom of page